Categorie: Tentoonstellingen

Deze lente eert het Joods Museum van Brussel de stad Tanger in haar aankomende tentoonstelling “Tanger. Ville mythique”.

Via een uitgebreide verzameling archieven en kunstwerken uit de collectie van het Centrum voor Joods-Marokkaanse Cultuur wordt de bezoeker uitgenodigd op een reis door de tijd en de ruimte, om kennis te maken met deze stad met duizend gezichten.

Als brug tussen Afrika en Europa, een westelijk baken in de Middellandse Zee, heeft Tanger altijd een bijzondere plaats ingenomen in de geschiedenis van het Koninkrijk Marokko. Haar strategische ligging maakt haar al sinds de oudheid een begeerd gebied voor grote rijken en veroveraars, met opeenvolgende invasies die haar gebruiken en tradities hebben gevormd. Deze invloeden zijn nog steeds merkbaar in haar ambachtelijke kunst, een culturele rijkdom die zowel te zien is in haar klederdracht als in haar lokale sieraden. Het samenleven van verschillende gemeenschappen en religies – Moslims, Joden en Europeanen – maakt van Tanger een kosmopolitische en unieke ruimte in Marokko, gericht op Europa. Tussen land, zee en oceaan biedt de “Parel van het Noorden” inspirerende landschappen die kunstenaars aantrekken: schilders, fotografen en filmmakers komen om te genieten van haar unieke sfeer. Maar Tanger is ook actief op politiek en diplomatiek vlak, het toneel van verschillende belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Noord-Afrika door de eeuwen heen, zoals de expositie laat zien.

Passage, de laatste tentoonstelling van het Joods Museum van België voordat het eind 2024 sluit voor renovatie, is een reflectie op het idee van transformatie. Ze verkent de manier waarop het spirituele samensmelt met het seculiere leven, hoe ritueel wordt gecombineerd met het gewone en wat er gebeurt als het intieme en het collectieve met elkaar worden verweven.

De tentoonstelling is onderverdeeld in drie complementaire delen. Het eerste dompelt ons onder in de wereld van Charlemagne Palestine. In een installatie met als titel  “AA BATT BEARR BARR MITZVAHH INN MESHUGAHLANDDD” herinterpreteert de kunstenaar de overgang naar volwassenheid in de Joodse traditie. Verankerd in het erfgoed van de schmattès, Jiddisch voor vodden of tweedehandskleding, vindt hij de handelingen van verzamelen, naaien en herstellen van stof opnieuw uit, routines die de geschiedenis van de Joodse werelden kenmerken.

Na de assemblages van Charlemagne Palestine, en als echo op zijn werk, stelt het tweede deel van de tentoonstelling een dialoog voor rond textiel, waarbij de collecties van het Joods Museum van België, die van het Centre de la Culture Judéo-Marocaine en het werk van vier hedendaagse kunstenaars samengebracht worden: Jennifer BornsteinRichard MoszkowiczElise Peroi en Arlette Vermeiren. Dit spel van vrije associaties herinnert eraan dat het werken met textiel op zich al een rituele praktijk is. De rol van de vrouw staat hierbij centraal. Het toont ook aan dat stoffen nooit louter ornamenten zijn: het zijn op hun beurt plaatsen van herinnering, symbolen van viering of  een toegang naar het sacrale.

Met een programma van performances onderzoekt het derde deel de hedendaagse heropleving van geloven en rituelen. Hilal AydoğduDavid BernsteinBarbara Salomé Felgenhauer en Zinaïda Tchelidze onderzoeken de museale ruimte en creëren een intiem, zintuiglijk laboratorium in een poging de wereld opnieuw te betoveren.

Passage, een symbolisch gebaar, is niet alleen het einde van een tentoonstellingsprogramma dat al meer dan twintig jaar in het gebouw loopt. De tentoonstelling is ook een vraagstelling over het toekomstige Joods Museum, dat op haar beurt nieuwe vormen van passage zal uitbeelden.

Vanaf 29 september 2023 presenteert het Joods Museum van België een tentoonstelling gewijd aan de fotograaf Erwin Blumenfeld (1897-1969). Blumenfeld is vooral bekend voor zijn modefotografie van een uitzonderlijke creativiteit. Zijn werk is veelvormig met een mengeling van dadaïstische elementen, politieke engagementen en artistieke experimenten.

Met meer dan honderd foto’s blikt de tentoonstelling terug op het lot van deze Berlijnse Jood die deel uitmaakte van de culturele avant-gardes in Amsterdam en vervolgens in Parijs, voordat hij de interneringskampen meemaakte toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hij slaagde er in extremis in om in 1941 naar New York te vluchten en bouwde daar een succesvolle carrière uit, gekenmerkt door een vrije verkenning van vorm en kleur.

Het Joods Museum van België presenteert in haar Project Space de schilderijen van Shoshana Walfish (°1988), een Canadese kunstenares met basis in Brussel.  De tentoonstelling bestaat uit twee delen en focust op haar onderzoek over de representatie van het vrouwelijk lichaam. Verankerd in de klassieke picturale traditie, variëren haar werken in grootte en stijl, van sculpturale figuratie tot figuratieve abstractie.

Shoshana Walfish bevraagt het idee van de vrouw als object en van objecten als vrouwelijk lichaam. Tussen surrealisme en het absurde onderzoekt ze de blik, het tot object herleiden en ook de verhalen uit de (kunst)geschiedenis. In een tweede serie verkent ze de weelderige, esthetische toespelingen die geassocieerd worden met lichaamsdelen, om zo verbanden te leggen tussen lichamelijkheid, de natuurlijke wereld, wetenschap en samenleving.

Chantal Akerman, Marianne Berenhaut, Sarah Kaliski en Julia Pirotte zijn kunstenaars. De één maakt films, de ander sculpturen, nog een ander is schilder, de laatste is fotograaf. Vier Joodse vrouwen, verschillende generaties, geëmigreerd of geboren uit staatloze ouders die Oost-Europa en de vervolgingen waren ontvlucht in de jaren 1930. Alle vier woonden ze in Brussel en hebben ze gemeen dat ze – rechtstreeks of via hun familieleden – de bezetting hebben meegemaakt, de deportaties hebben gezien of zelf ervaren, de catastrofe hebben overleefd.

Chantal, Marianne, Sarah en Julia zijn zussen. Zussen van andere ouders. Ze overleefden, of leefden gewoon, dankzij de veerkracht van hun naasten. Net als Ruth Elias, Ada Lichtman, Paula Biren en Hanna Marton, Les Quatre sœurs dieterugkeerden van de dodenkampen en van wie cineast Claude Lanzmann eind jaren zeventig getuigenissen had verzameld, delen zij de ervaring van de Shoah. In hen is een herinnering opgeslagen, aan evenveel verhalen als er afwezigheden zijn en afgeknapte woorden. Een scheur, een stilte, een obsessie die ze hebben geërfd.

In en rond deze gaping in de geschiedenis, die ook de hunne is, hebben ze als kunstenaars hun werk gecreëerd, een taal en een eigen benaderingswijze ontwikkeld. Chantal, Marianne, Sarah en Julia, die elk in een eigen wereld evolueren, hebben elkaar soms gekruist, opgemerkt aan het begin van een tentoonstelling of een vertoning. Vrouwen, die zich hebben geconstrueerd met een kracht en een toewijding die hen vandaag tot voorbeelden van leven en vrijheid maken. Joodse vrouwen die zich vragen stelden over de zware last van de overdracht en van te behoren tot een gemeenschap, en over de krachten van een versnipperde cultuur in diaspora.

Four Sisters is een tentoonstelling in koor die de blik volgt van deze vier figuren, wier bestaan, samen genomen, een hele eeuw geschiedenis omvat, waar gebeurtenissen en plaatsen, vernietiging en emancipatie, politieke transformaties en intieme experimenten in elkaar haken. Door kunstwerken en archieven, beeld en tekst, monografische presentaties en collectieve arrangementen te combineren, vervlecht Four Sisters de draden van deze levensverhalen zoals een weefsel. Een jongere generatie kunstenaars werkt nu en dan mee aan dit weefsel, zodat het zich uitstrekt tot in het heden. In de plooien en de details van het web, waar herinnering zich in de fictie weeft, toont Four Sisters een gebaar, een tijd, een fragment, waarvan de echo resoneert en nieuwe patronen vormt, zoals een herinnering die enkel kan ontstaan door ze te delen.

Dit tentoonstellingsproject werd gerealiseerd in samenwerking met Bozar, het Musée de la Photographie van Charleroi, de Fondation C.A en het Polish Institute Brussels.

Deze tentoonstelling toont een artistieke kijk op een uitzonderlijke episode in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Op 19 april 1943 verliet het 20e transport het doorgangskamp Mechelen om 1.631 Joden naar Auschwitz te deporteren. Dankzij verzetsacties, zowel binnenin als buiten de wagons, wisten 236 van deze gedeporteerden uit de trein te springen die hen naar de vernietiging leidde.

Fotograaf Jo Struyven (°Sint-Truiden, 1961) grijpt terug naar deze unieke daad van rebellie in West-Europa tijdens het naziregime en toont ons de landschappen waarin dit weinig bekende verhaal zich afspeelde. De foto’s vormen een eigentijds ‘memoriaal’ als antwoord op de onverschilligheid die vandaag deze kale landschappen kenmerkt, waar geen menselijke aanwezigheid verschijnt, en die toch beladen waren met (on)menselijkheid.

In dialoog met deze foto’s roepen ook twee schilderijen van Luc Tuymans (°Mortsel, 1958) de vernietiging van de Joden en de Roma in Europa op. Tuymans’ werk onderzoekt herhaaldelijk de relatie die individuenhebben met de geschiedenis en confronteert hen met hun vermogen om ze te negeren. Vanaf het einde van de jaren zeventig wordt de vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog een thema in zijn schilderkunst.

“Een gedicht schrijven na Auschwitz is barbaars”. Dat is de vaststelling van de Duitse filosoof Theodor W. Adorno uit 1949. Het is via twee perspectieven uit de beeldende kunst dat de tentoonstelling deze vraag naar de (on)mogelijkheid van kunst na de Shoah aan de orde stelt.

Bij deze tentoonstelling, georganiseerd in samenwerking met de Stichting Auschwitz, wordt een catalogus uitgegeven (persbericht op 19 april 2023) en een educatieve ruimte ingericht met getuigenissen van ontsnapte vluchtelingen uit het 20e Transport.

Luc Tuymans, Our New Quarters, 1986, olie op doek, 80,5 x 120 cm
(MMK – Duitsland)

Luc Tuymans, Die Wiedergutmachung, 1989. Olie op karton, gemonteerd op multiplex, Olie op doek; diptiek 36,6 x 43 cm, 39,4 x 51,8 cm, (Privé-collectie)

in samenwerking met het PhotoBrussels Festival

De tentoonstelling Marokkaanse vrouwen – Tussen ethiek en esthetiek, een eigen creatie van het Centre de la Culture Judéo-Marocaine, bekijkt de regels voor het uiterlijk in de Marokkaanse esthetiek, onderzoekt de ethiek en de gebruiken die men aan vrouwen oplegt, evenals de – nog steeds aangevoerde – argumenten voor deze sterk gecodificeerde gebruiken .

Voor het eerst treden oude producties en recente creaties met elkaar in dialoog, in een rijke verhalende reis aan de hand van een grote hoeveelheid objecten uit de 16e eeuw tot heden. Traditionele en religieuze voorwerpen, kleding, ornamenten, talismannen en juwelen, archiefdocumenten, foto’s en tekeningen en oriëntalistische schilderijen uit de collectie Dahan-Hirsch die een bijzondere plaats inneemt in de bescherming van het culturele en beschavingserfgoed van Marokko, laten ons toe de grote historische en emotionele waarde ervan in te schatten.

Het Joods Museum van België presenteert een unieke tentoonstelling van de Belgische schilder Arié Mandelbaum (°1939, Brussel). Het werk van Arié Mandelbaum, dat vaak in binnen- en buitenland wordt tentoongesteld, is nog nooit het onderwerp geweest van een retrospectieve. Voor het eerst worden oude en nieuwe werken samengebracht in een rijke dialoog, met een veertigtal werken van 1957 tot 2022.

Als zoon van Pools-Joodse immigranten begon Arié Mandelbaum op zestienjarige leeftijd met schilderen. In 1960 had hij zijn eerste solotentoonstelling, en vijf jaar later won hij de prijs van de Belgische Stichting Roeping. Vanaf de jaren tachtig werd het overdreven expressionisme van zijn vroege werk gevolgd door een meer ingetogen expressie, wat leidde tot werken van verontrustende fragiliteit die hij tot op de dag van vandaag produceert.

De tentoongestelde werken zijn afkomstig uit de collecties van het Joods Museum van België, maar ook van instellingen zoals het Museum van Elsene, het Museum van de Nationale Bank van België en de collecties van de Federatie Wallonië-Brussel. Er is ook een beroep gedaan op een aantal andere collecties, met name die van privé-verzamelaars en de Belfius Kunstcollectie.

De tentoonstelling is onderverdeeld in verschillende thematische afdelingen. Eerst ontdekken we de manier waarop de schilder omgaat met de kwestie van intimiteit en het gezin, voordat de politiek – het protest van 1968, de oorlog in Vietnam – in botsing komt met deze innerlijke vragen. De tentoonstelling gaat verder met een verkenning van het zelfportret en het lichaam, twee thema’s die laten zien hoe het werk van Arie Mandelbaum wordt getransformeerd in een reflectie over het spoor, de afwezigheid, de uitwissing. Politiek geweld – folteringen in Abu Ghraib, de moord op Lumumba – keert dan duidelijk terug in zijn werk. De laatste twee decennia is zijn werk steeds meer getekend door de herinnering aan de Shoah – als een terugkeer van het verdrongene in dit kind dat tijdens de Tweede Wereldoorlog verborgen was.

Arié Mandelbaum, Zonder titel, 1987, 150 x 162 cm, Mixed Media op doek, collectie Hugo Godderis, Veurne © Jan Van Goidsenhoven
Arié Mandelbaum, 2021 © Anass El Azhar Idrissi
Arié Mandelbaum, L’Amandier de Fontenoille, 1989, 162 x 150 cm, acryl op doek, collectie Hugo Godderis, Veurne © Jan Van Goidsenhoven
Arié Mandelbaum, L’assassinat de Patrice Lumumba, Maurice M’Polo et Joseph Okito – 2 – La Villa Brouwez, 2011, 180 x 210 cm, houtskool en gekleurd krijt op papier gemonteerd op doek, Joods Museum van België, Brussel © Anass El Azhar Idrissi

Why do you stand at the door?’ is het resultaat van een onderzoek dat de Oekraïense kunstenaar Nikolay Karabinovych (°1988, Odesa*) in 2021 en 2022 uitvoerde in het Joods Museum van België. In de ‘Project Space’ laat deze multidisciplinaire kunstenaar video, geluid, teksten en installatie in dialoog gaan met publicaties uit de jaren 1920-1930 die het museum bewaart in haar Jiddische bibliotheek en ook met objecten uit het Joodse erfgoed.

De titel van de tentoonstelling ‘Why do you stand at the door?’ (Waarom sta je voor de deur?) is een fragment uit een Jiddisch folkloristisch lied, ‘Lomir Zikh Iberbetn’ (Laten we verzoenen). De woorden zijn een oproep tot liefdevolle verstandhouding, maar ook een verwijzing naar de angst voor het vertrek van de ander. Het vers wordt hier gebruikt als metafoor voor de gedwongen en opeenvolgende migraties van de Oost-Europese Joodse gemeenschappen. Dit gedwongen nomadisme is ook tastbaar aanwezig in de Jiddische culturele producties die bewaard worden in het Joods Museum van België. Het zijn deze werken die dienen als vertrekpunt voor een poëtische reis doorheen een gefragmenteerd collectief geheugen, waarin de getuigenissen van vrouwen historische haltes van ontheemding vormen. Een migratieverhaal dat niet voorkomt in nationale geschiedenissen en mythologieën.

Via dit voorstel, uitgevoerd in samenwerking met tentoonstellingsconservator Patricia Couvet (°1994, Parijs), tracht Nikolay Karabinovych een dialoog tot stand te brengen tussen objecten en archiefdocumenten enerzijds en bronnen waarnaar instellingen niet verwijzen anderzijds, om wat niet waarneembaar is te versterken en onzichtbare verhalen op te graven.

De artistieke benadering van de kunstenaar maakt het mogelijk een collectieve geschiedenis te herschrijven, op een moment dat een van de fundamenten van deze geschiedenis, het Jiddisch als de taal bij uitstek van de diaspora, lijkt te verdwijnen. Zo wordt ook een kader gecreëerd om persoonlijke ervaringen van gedwongen migraties van gisteren en vandaag te begrijpen. Het herinnert ons eraan dat een kunstenaar, in welk tijdperk ook, getuige wil zijn van zijn tijd. Als een bron van kritiek voor de geschiedschrijving, maakt hij scheuren zichtbaar in een geschiedenis waarvan men niet kan ontkennen dat ze elke dag plaatsgrijpt in Kiev, Odesa, Bucha, Kharkiv of Mariupol.

* De meeste namen van Oekraïense steden werden historisch gezien vanuit het Russisch vertaald naar andere talen. In deze tekst en in de tentoonstelling is het de bedoeling om de namen van de steden in het Oekraïens te behouden vanuit een dekoloniale benadering.

© Isabelle Arthuis

Jacques Aron (Anvers 1933). Architecte et urbaniste, il a enseigné l’histoire et la théorie de ces disciplines. Professeur honoraire de l’Enseignement supérieur, il se consacre depuis toujours à l’écriture et aux arts visuels.  Il est également auteur de nombreux ouvrages traitant d’architecture, de philosophie, de la judéité et de la condition juive, particulièrement dans les pays de culture germanique.

A partir des années 1990, il s’essaye au collage d’abord papier mais bientôt numérique. Cette pratique artistique vient conforter et compléter ses recherches sur une conception philosophique globale consacrée à la condition juive européenne.

Passionné de peinture et d’histoire de la peinture occidentale, cet artiste autodidacte s’est saisi d’une opportunité créative : la sculpture posée sur la plage d’Ostende de l’artiste Kris Martin qui reprend, en acier oxydé, la forme de l’encadrement du polyptyque de l’Agneau Mystique des frères Van Eyck.

L’autel de la plage à Ostende est un clin d’œil tiré du nom que Kris Martin a donné à sa sculpture plantée sur la plage devant l’hôtel du Palais des Thermes. Ce cadre vide offre aux promeneurs la possibilité de l’utiliser comme autant de fenêtres évoquant différents paysages de marines qui évoluent, au gré de la luminosité du jour et des saisons. 

Ou peut-être est-il pour eux une énigme, ou encore une structure leur permettant de l’utiliser comme support d’exercices physiques, voire d’y prendre une souvenir photo, ou de s’auto photographier à l’ère contemporaine des selfies ?

Dans cette série de collages, il rapproche l’idée du cadre vide à celle de la mort de Dieu, telle qu’écrite notamment par Nietzsche. Le cadre devenu béant, il laisse la possibilité à l’imaginaire de l’artiste collagiste d’y placer une multitude de thèmes tirés parfois d’œuvres d’autres peintres célèbres tels Ensor, Magritte, Bruegel, Poussin, Géricault, Millet, et d’autres, qui côtoient avec beaucoup d’humour certains personnages des frères Van Eyck ou encore d’autres thèmes nés de sa grande culture littéraire.

A travers les différentes œuvres proposées, le visiteur est invité à tenter de découvrir quels artistes figurent dans quels collages.

Het Joods Museum van België heeft het genoegen een nieuwe tentoonstelling voor te stellen die gewijd is aan de Amerikaanse conceptuele kunstenaar Sol LeWitt (1928-2007). De tentoonstelling is georganiseerd door Barbara Cuglietta en Stephanie Manasseh in samenwerking met de nalatenschap van de kunstenaar.

Aan de hand van een unieke selectie van muurtekeningen, werken op papier, gouaches, structuren en archieven uit de jaren 1960 tot 2000, wil deze tentoonstelling de diversiteit en eenheid in Sol LeWitts producties belichten. Het zal een dubbele ‘première’ zijn: een verkenning van zijn Joodse erfenis en een onderzoek naar zijn banden met België. Het zal ook gepaard gaan met de lancering van de nieuwe Sol LeWitt-toepassing die door Microsoft is gecreëerd.

De tentoonstelling

Solomon (Sol) LeWitt, geboren in Hartford, Connecticut, in een familie van joodse immigranten uit Rusland, is een van de pioniers van de conceptuele en minimalistische kunst, bekend om zijn Wall Drawings. Hoewel hij niet religieus is en een seculier leven leidt, heeft Sol LeWitt gedurende zijn hele leven een stille maar hardnekkige band met zijn Joodse erfenis onderhouden. In de jaren negentig raakte hij actiever betrokken bij zijn gemeenschap in Chester, Connecticut. Hij ontwierp de nieuwe synagoge van de Reform Gemeente Beth Shalom Rodfe Zedek, die in 2001 werd geopend. Voor Sol LeWitt was het ontwerp van een synagoge “een probleem van geometrische vormen in een ruimte die in overeenstemming is met het ritueel gebruik”. Aan de hand van archieven, tekeningen, foto’s en getuigenissen verkent de tentoonstelling de ontstaansgeschiedenis van dit grote project, dat tot nu toe weinig bekend is gebleven bij het grote publiek.

De tentoonstelling belicht ook een ander vergeten aspect van Sol LeWitts carrière: de nauwe relaties die de kunstenaar in de loop van zijn carrière ontwikkelde met in België gevestigde verzamelaars, galeriehouders en kunstenaars. Zo zal onder meer Wall Drawing #138, voor het eerst gemaakt in Brussel in de galerie MTL – die een pioniersrol speelde bij de introductie van conceptuele kunst in België – worden gepresenteerd, evenals Sol LeWitts samenwerking met architect Charles Vandenhove bij het ontwerp van het Universitair Ziekenhuis in Luik.

Alle werken op de tentoonstelling zijn afkomstig uit Belgische openbare en privé-collecties, alsook uit de LeWitt Collection. De Wall Drawings, die rechtstreeks op de muren van het Joods Museum van België zijn aangebracht, vormen een uitzonderlijke participatieve ervaring, waarbij in Brussel gevestigde jonge kunstenaars en kunststudenten worden samengebracht met professionele tekenaars uit de studio van LeWitt. Voor elke muurtekening worden teams gevormd rond een professionele assistent die de leerlingen begeleidt en stuurt. Dit educatieve initiatief is een unieke kans voor hen om betrokken te zijn bij het creatieve proces van een van de grootste Amerikaanse kunstenaars.

4. Wall Drawing #528G, 1987, india ink and color ink wash. Installation view at the Jewish Museum of Belgium (c) Private Collection, Belgium / Image: Hugard & Vanoverschelde

© Estate of Sol LeWitt, 2021 

https://youtu.be/OjjIhglAcjw


Julien Friedler, zoon van Joodse ouders uit Transsylvanië (nu Roemenië), werd in 1950 in Brussel geboren. Zijn werk is fundamenteel atypisch en bedoeld om te bewegen en zichzelf te veranderen .

De tentoonstelling toont een cyclus van schilderijen op papier en laat de bezoeker een intieme reis zien in de vorm van vrije associaties, in een sterk, suggestief, archetypisch werk, als een introspectieve dagdroom, een denkbeeldige transcriptie van een dubbelzinnige realiteit tussen verwondering en ontgoocheling, tussen schittering en verontrustende expressie van duistere krachten. Friedler geeft de evocaties van deze quasi-hypnotische duik in het onderbewuste weer door een beweging, een kleur, bijna zoals ‘une écriture automatique’, een instinctief spoor op papier.

Het Joods Museum van België presenteert een nieuwe tentoonstelling gewijd aan de Amerikaanse conceptuele kunstenaar Sol LeWitt (1928-2007). De tentoonstelling wordt georganiseerd door Barbara Cuglietta en Stephanie Manasseh in samenwerking met de nalatenschap van de kunstenaar. 

Aan de hand van een unieke selectie van Wall Drawings (muurtekeningen), werken op papier, gouaches, structuren en archiefmateriaal uit de jaren 1960 tot 2000, belicht deze tentoonstelling de diversiteit en eenheid in Sol LeWitts productieve oeuvre. Het wordt een dubbele première: een verkenning van zijn Joodse roots en een onderzoek naar zijn banden met België. De tentoonstelling gaat ook gepaard met de lancering van de nieuwe Sol LeWitt-applicatie, ontwikkeld door Microsoft.

De tentoonstelling

Solomon (Sol) LeWitt, geboren in Hartford, Connecticut, in een familie van Joodse immigranten uit Rusland, was een pionier op het gebied van conceptuele en minimalistische kunst, en staat vooral bekend om zijn Wall Drawings. Hoewel hij niet religieus was en een seculier leven leidde, onderhield Sol LeWitt gedurende zijn hele leven een discrete maar hardnekkige band met zijn Joodse achtergrond. In de jaren negentig raakte hij actiever betrokken bij zijn gemeenschap in Chester, Connecticut, en ontwierp hij de nieuwe synagoge van de gereformeerde Congregatie Beth Shalom Rodfe Zedek, die in 2001 werd geopend. Voor Sol LeWitt was het ontwerp van een synagoge “een probleem van geometrische vormen in een ruimte die aangepast is aan ritueel gebruik”. Aan de hand van archieven, tekeningen, foto’s en getuigenissen verkent de tentoonstelling in het Joods Museum van België de ontstaansgeschiedenis van dit belangrijke project, dat tot nu toe weinig bekend is bij het grote publiek.

De tentoonstelling gaat ook in op een ander vergeten aspect van Sol LeWitts carrière: de nauwe relaties die de kunstenaar doorheen zijn carrière ontwikkelde met Belgische verzamelaars, galeriehouders en in België gevestigde kunstenaars. Zo zal onder meer Wall Drawing #138, voor het eerst gemaakt in Brussel in de galerie MTL – die een pioniersrol speelde bij de introductie van conceptuele kunst in België – worden getoond, evenals Sol LeWitts samenwerking met de architect Charles Vandenhove bij het ontwerp van het Universitair Ziekenhuis in Luik.

Alle werken in de tentoonstelling zijn afkomstig uit Belgische openbare en privé-collecties, alsook uit de LeWitt Collection. De Wall Drawings, die rechtstreeks op de muren van het Joods Museum van België worden aangebracht, vormen een uitzonderlijke participatieve ervaring, waarbij in Brussel gevestigde jonge kunstenaars en studenten aan kunstscholen worden samengebracht met professionele kunstenaars uit de studio van LeWitt. Voor elke muurtekening worden teams gevormd rond een professionele assistent die met de lokale studenten werkt en hen begeleidt. Dit educatieve initiatief is voor hen een unieke kans om betrokken te worden bij het creatieve proces van een van de grootste Amerikaanse kunstenaars.

Ten slotte is de tentoonstelling in het Joods Museum van België de gelegenheid om in Europa een applicatie voor smartphones te lanceren, gewijd aan de kunstenaar en zijn werk en ontwikkeld door Microsoft in samenwerking met de LeWitt Collection. In overeenstemming met de wens van Sol LeWitt om kunst voor iedereen toegankelijk te maken, zal deze applicatie de bezoekers een unieke meeslepende en educatieve ervaring bieden.

(Omslagfoto: Sol LeWitt, Wall Drawing #528G, 1987. Exhibition view at Galleria Massimo Minini, Italy, 2013. Photo Courtesy Galleria Massimo Minini © Estate of Sol LeWitt, 2021)

 © Estate of Sol LeWitt, 2021 

“Een collectie is een gemoedstoestand.” – Galila Barzilai Hollander

« Works on Paper » geeft u een inkijk in het overvloedige universum van Galila Barzilai Hollander. Deze Belgische verzamelaarster uit Tel Aviv verzamelt al vijftien jaar lang hedendaagse kunst. De collectie vertelt het verhaal van deze buitengewone persoonlijkheid: achter de samengebrachte werken schuilt een onweerstaanbaar verlangen om zichzelf opnieuw uit te vinden.

Uit dit overvolle universum presenteert deze tentoonstelling een welomschreven selectie: werken op papier. De bezoeker ontdekt hoe internationale kunstenaars, zoals Jonathan Callan, Jae Ko, Anish Kapoor, William Klein, Angela Glajcar, Andrea Wolfensberger,  Brian Dettmer, Haegue Yang en anderen, dit alledaagse materiaal heruitvinden om er onverwacht krachtige objecten van te maken. Collages, sculpturen, inscripties, installaties en juwelen staan hier naast elkaar en verwijzen naar de excentrieke persoonlijkheid van de verzamelaarster. Maar de werken bieden ook een reflectie over hoe kunst onze waarneming kan afleiden. Verdraaien is troef in dit rijk, waar elk werk evenveel spot met onze waarneming als met ons oordeel.  

© Jonathan Callan, Art around Mythology around Global Strategy, 2014

https://www.youtube.com/watch?v=sqdF3GWSBm0

Van 15 oktober 2021 tot 31 maart 2022 presenteert het Joods Museum van België een nieuw educatief project met als titel “Karikaturen over Joden: een lange geschiedenis. Selecties uit een buitenissige collectie”.

Deze buitengewone collectie werd verzameld door Arthur Langerman, een Belg van Antwerpse afkomst geboren in het midden van de oorlog. Met deze educatieve tentoonstelling geven we een idee van de collectieve waanzin die dit uitgebeelde antisemitisme is en we volgen het fenomeen op verschillende continenten en gedurende enkele eeuwen. Dit project confronteert de toeschouwer met de representatie van Joden en de stereotypen die ermee gepaard gaan vanaf het heidens en religieus anti-judaïsme tot het sociaal en politiek antisemitisme.

Via facsimile’s geprint op multiplex ziet men schilderijen, gravures, houten beeldjes, foto’s, archieven, affiches, postkaartjes, maar ook ongewone objecten zoals bierpullen, geldpotten, geëmailleerde plaquettes, asbakken en luciferdoosjes. De afbeeldingen zijn verschillend van oorsprong, maar de ontwerpers besteden toch een bijzondere aandacht aan ‘Belgische’ illustraties: met de zogezegde ontheiliging van de hosties van Brussel (1370) tot de vignetten van textiel tijdens Aalsts Aalst, doet België niet onder.

Naast deze panelen met facsimile’s zijn er ook echte objecten en archiefstukken uit de collecties van het Joods Museum van België te zien. Tot slot kan de bezoeker via een videofilm over de verzamelaar Arthur Langerman diens persoonlijke verhaal ontdekken, met zijn atypisch parcours en zijn gedrevenheid om de herinnering in stand te houden.

Het Joods Museum van België stelt dit project voor via zijn educatieve dienst die erkend werd als centre labellisé door Démocratie ou barbarie  van de Fédération Wallonie-Bruxelles. De educatieve dienst organiseert rondleidingen om het gebruik van stereotypen, zowel in het verleden als vandaag, te analyseren. Groepen kunnen bovendien een workshop Mythen en  Stereotypen reserveren of een ​​ontmoeting met een getuige van de Holocaust.

De tentoonstelling

Aan de hand van foto’s, video’s en handgeschreven materiaal plaatst de tentoonstelling een specifieke en symbolische ruimte en tijd centraal, namelijk het eiland Lesbos in 2020. Dat eiland in de Egeïsche Zee, op enkele kilometers van de Turkse kust, kende in 2020 een aantal opeenvolgende crisissen, waardoor het een knooppunt wordt in onze geschiedenis en ons bewustzijn. Daarom bedacht het Joods Museum van België deze tentoonstelling, als een originele creatie die ingaat op thema’s die aansluiten bij de lange geschiedenis van de joodse gemeenschappen: ballingschap, geweld, solidariteit.

Het werk dat Mathieu Pernot in 2020 in Lesbos maakte en dat in deze tentoonstelling voor het eerst getoond wordt, wordt verankerd in een langlopend oeuvre. Al meer dan tien jaar gaat de fotograaf de confrontatie aan met het migratievraagstuk en de aanwezigheid van asielzoekers op het Europese continent. Terwijl de eerste beelden wezen op een vorm van onzichtbaarheid van die individuen verborgen onder lakens in de straten van Parijs of verdreven uit het bos van Calais, gaan de later gemaakte reeksen op zoek naar nieuwe vormen van gedeelde verhalen. Door teksten te verzamelen die in schoolschriften zijn neergeschreven of door beelden te ontvangen die zijn opgenomen met een mobiele telefoon, fungeert de kunstenaar ook als doorgeefluik voor “het leven van anderen”, en laat hij zien hoe dat leven, voor het zelfs dat van anderen wordt, een gemeenschappelijk verhaal vormt dat we samen moeten vertellen.

Mathieu Pernot won in 2019 de Prijs Cartier-Bresson. Hij volgt de aanpak van de documentaire fotografie en wijkt uiteindelijk af van de protocollen ervan. Door vragen te stellen bij zijn eigen manier van werken en alternatieve formules te verkennen, bouwt zijn werk aan wat zo vaak ontbreekt: verhalen met meerdere stemmen.

De tentoonstelling wordt vegezeld van de publicatie “Ce qu’il se passe” (Gwinzegal editions, mei 2021).

Publicatie

In het kader van de tentoonstelling “Something is Happening” in het Joods Museum van België, publiceerde Editions GwinZegal “Ce qu’il se passe. Lesbos 2020” (mei 2021). Het werk is te koop aan de receptie van het museum.

Het boek dompelt ons onder in het fotografische werk dat Mathieu Pernot verrichtte met de migranten van het kamp Moria. De winnaar van de Prijs Cartier-Bresson 2019 neemt ons mee doorheen verschillende hoofdstukken: “Op het pad”, “Over de loopbrug”, “Een schuilplaats bouwen”, “Een vuur maken”, “Wachten”. Het boek laat de kanteling zien – “What is happening” – als alles plotseling wordt vernietigd door een wanhoopsdaad die doet denken aan een klassieke tragedie. Er blijft niets anders dan “Redden wat er te redden valt” en “Opnieuw beginnen”.

In de aanloop naar de grote overzichtstentoonstelling van de Franse fotograaf Mathieu Pernot, opent het Joods Museum van België op 30 april een groepstentoonstelling met werk van Armando Andrade Tudela, Marianne Berenhaut, Heidi Bucher, Miriam Cahn, Latifa Echakhch, Sigalit Landau, Alina Szapocznikow, Naama Tsabar en Lawrence Weiner.

Een voorstel van Eloi Boucher in samenwerking met het Joods Museum van België

Ellis Island is “die smalle zandbank aan de monding van de Hudson”, een eilandje tegenover Manhattan. Het was de belangrijkste toegang voor tal van gemeenschappen die tussen 1892 en 1924 op Amerikaanse bodem aankwamen. Bijna zestien miljoen emigranten – hoofdzakelijk uit Europa maar ook uit Arabische landen – kwamen er in transit voorbij en moesten een hele reeks medische en psychologische onderzoeken ondergaan, en ook van identiteit veranderen. De Joods-Poolse schrijver Georges Perec biedt ons een nauwkeurige beschrijving van deze “non-plek” in een tekst die hij schreef in 1979. Een utopische plaats waar mensen zichzelf vergeten, waar het lichaam en de identiteit veranderen, een plaats waar ook ruimte wordt gelaten voor dromen en hoop op een betere wereld.

In navolging van het verhaal van Perec richt de tentoonstelling in het Joods Museum van België onze aandacht op de manier waarop hedendaagse kunstenaars omgaan met het thema van ballingschap en hoe zij staan tegenover de wereld als een plek waar mensen zich verspreiden, opgesloten zijn of ronddwalen. Ellis Island bestudeert de ontworteling en emigratie als een geestelijke of lichamelijke toestand, maar ook als een scheppende “katalysator” waarbij artistieke processen van assembleren en fragmenteren worden toegepast.

Naama Tsabar, Melody of Certain Damage #6, 2018 © Dvir Gallery

VERLENGD TOT 25 APRIL 2021

Home is de eerste overzichtstentoonstelling van het werk van fotograaf en videokunstenaar Assaf Shoshan (°1973), die woont en werkt tussen Parijs en Tel Aviv. Deze unieke tentoonstelling volgt de lijn van een gevoelig en geëngageerd oeuvre, dat over een tiental jaar tot stand kwam tussen het Midden-Oosten en Europa, met Afrika op de achtergrond. Shoshan volgde een opleiding filosofie voor hij aan de slag ging als fotograaf en verkent onvermoeibaar de wereld, via de concepten territorium, identiteit en verbondenheid, over tastbare grenzen heen. Hij is bezeten door het thema ontworteling en zijn werk werpt een subtiele en fijnzinnige blik op een mensheid op de dool.

Zijn landschappen en portretten roepen een voorouderlijke verwachting op, ontdaan van melancholie. Door zijn empathische benadering, die tegelijk documentair en autobiografisch is, ontstaan raadselachtige beelden die het midden houden tussen realiteit en fictie. Door de realiteit van de ballingen van vandaag in perspectief te plaatsen, roept Shoshan tussen de regels door de geschiedenis van het Joodse volk op, doordrongen van de exodus en de thema’s van verlaten en aanvaarding. Maar zijn obsessie met het thema ballingschap sluit ook aan bij zijn eigen geschiedenis: als lid van de derde generatie van Joodse ballingen die zich in Israël hebben gevestigd, heeft hij er zelf voor gekozen om in een ander land te gaan wonen en zo is Shoshan innig begaan met de kwestie van gehechtheid aan een plaats. Vanuit het ervaren van een gevoel van vreemdheid ontwikkelt de Israëlische kunstenaar een uniek visueel oeuvre. Hij bedenkt een poëzie van de clandestiniteit, gedreven door de vraag aan welk land iemand zich moet hechten in een wereld met vage contouren?

Kom ze ontdekken van 7 oktober 2020 tot 25 april 2021 in het Joods Museum van België

L’histoire du Maroc incarne un cas exceptionnel de convivialité judéo-musulmane. Présents depuis plus de deux mille ans, Juifs et Musulmans ont vécu côte à côte pendant des siècles. A travers ces photographies, les objets, coutumes et traditions de ces femmes et hommes nous sont révélés. Une centaine de clichés inédits pris par Aron Zédé Schulmann au début des années 1950, pour immortaliser l’histoire des Juifs du Maroc, fut présentée.

Cette exposition est réalisée en coopération avec le CCJM. Elle est accompagnée de textes rédigés par les élèves du Lycée Guy Cudell de Saint-Josse qui, encadrés par leurs professeurs de français et d’histoire, ont décidé d’élargir le thème original en se focalisant sur les rapports entre Juifs et Musulmans de la naissance de l’Islam jusqu’au au déclin de l’Empire ottoman.

Cette exposition est itinérante. Elle a été présentée à la Maison Communale de St Josse du 26 janvier au 3 février, dans quatre Maisons de quartier de la Ville de Bruxelles (Midi, Haren, Willems et Rossignol), du 9 février au 3 mars, à la Maison des Cultures et de la Cohésion Sociale à Molenbeek du 9 au 26 mars, au Parlement bruxellois en mai et à la Maison Communale d’Evere en septembre 2017. Cette exposition a connu un véritable engouement et nous a permis de toucher des publics très variés, en allant directement sur place, dans des communes où les habitants ne franchissent pas toujours les frontières invisibles de l’espace bruxellois.

Elle fut accompagnée de nombreuses activités dont des conférences, projections de films, ateliers de calligraphie, ateliers olfactifs et concerts. Le dossier pédagogique suivant est mis à la disposition des professeurs, animateurs et encadrants.

Vandaag wonen in Brussel meer dan 180 nationaliteiten naast elkaar. Dat cijfer spreekt op zich al tot de verbeelding, maar al die emigranten hebben ook nog eens hun eigen geschiedenis, hun eigen parcours en hun eigen verwachtingen.

Sinds 1830 hebben we verschillende opeenvolgende emigratiegolven gekend. Waarom hebben deze vrouwen en mannen hun land verlaten? Is Brussel voor hen een toevluchthaven geweest?

Deze tentoonstelling vertelt hoe de Belgische hoofdstad geleidelijk aan is veranderd tot een ‘wereldstad’. Over een periode van bijna twee eeuwen beschrijft zij het parcours van de buitenlanders die zich voor enkele maanden of voor altijd in Brussel hebben gevestigd en doet dat aan de hand van de voorwerpen die deze mensen met zich mee hebben gebracht, hun persoonlijke getuigenissen of hun familiefoto’s.

Naast dit historische luik stelt ‘Brussel, toevluchthaven?’ het werk voor van Kika Nicolela, Thomas Israël, DK Ange, Nadia Berriche, Thomas Marchal, Christopher de Béthune, le collectif Farm Prof, In Your Box Project, Ilyas Essadek et Herman Bertiau, kunstenaars die in Brussel wonen (fotografen, street artists, beeldhouwers, videomakers) en die in hun werk het thema van migratie en culturele diversiteit in het Brussel van vandaag aan bod laten komen.

Filmvertoningen, participatieve artistieke performances, lezingen en workshops zullen extra weerklank geven aan deze tentoonstelling, die wordt georganiseerd door het Joods Museum van België en het Rijksarchief met de medewerking van het Centrum voor Joods-Marokkaanse Cultuur. Bij de tentoonstelling hoort ook een speciaal nummer van de Interculturele Agenda van het Brussels Centrum voor Interculturele Actie. Deze tentoonstelling is drietalig: Nederlands, Frans en Engels.

« Le Chantier Poétique » werd sinds 2015 in het Joods Museum van België opgezet door de Brusselse kunstenaar Stephan Goldrajch aan de hand van kostuums, tekeningen, foto’s en video’s. Met zijn project verwijst hij naar de basisverhalen uit de bijbel en de verbouwing van het museum.
Deze jonge beeldende kunstenaar, die voor dit project samenwerkt met fotograaf Myriam Rispens, beoefent allerlei kunstdisciplines (tekenen, haken, weven, borduren, naaien…). Hij beleeft zijn werk als creator als een antwoord op de behoefte om « banden te smeden ». Een reconstructie maken van de systemen van verwantschap tussen de mens en zijn omgeving en tussen culturen: dat is de uitdaging van de plastische en politieke weg die hij volgt.

“Amy Winehouse, een familieportret” geeft een ruime blik van het leven van een unieke zangeres. Aan de hand van persoonlijke voorwerpen, onuitgegeven geschriften en familiefoto’s vertelt deze tentoonstelling over het ontstaan van een icoon uit de popcultuur, vanaf haar voorvaderen die uit Wit-Rusland kwamen tot haar succes in de Londense scene en later wereldwijd. Maak kennis met Amy Winehouses passie voor muziek, mode, tatoeages, maar ook haar gehechtheid aan Londen, haar familie en haar joodse roots.

Deze tentoonstelling werd samengesteld in samenwerking met haar broer Alex en haar schoonzus Riva. Ze was eerder al te zien in Londen, San Francisco, Amsterdam en Melbourne. Ze is nu tot slot te zien in Brussel, voordat de unieke stukken terugkeren naar de familie Winehouse.

Ontdek de vrouw achter de muziek in een intieme en aangrijpende tentoonstelling.

In de verlenging van de tentoonstelling ‘Leonard Freed, een wereld fotograferen in wanorde’ werkt het Joods Museum van België samen met het Brussels Street Photography Festival (BSPF), dat de stad Brussel in de kijker zet!

De tentoonstelling Eyewitness in Brussels, waarin de 21 finalistenfoto’s van deze fotografiewedstrijd worden geëxposeerd, loopt tot zondag 17 maart 2019 en valt samen met de Museum Night Fever op zaterdag 23 februari 2019.

VERLENGD TOT 18 APRIL 2021

Over Kurt Lewy

Schilder, emailleur en illustrator Kurt Lewy (1898 – 1963) werd geboren in Essen (Duitsland), waar hij van 1929 tot 1933 lesgeeft in grafische technieken aan de Folkwang Schule. Meteen bij de opkomst van het nazisme wordt de joodse kunstenaar uit zijn functies ontzet. Twee jaar later vlucht hij weg uit Hitler-Duitsland en gaat zich in Brussel vestigen.

In mei 1940 wordt Kurt Lewy door de Belgische overheid gevangengenomen als vijandig persoon, en opgesloten in de kampen van Saint-Cyprien en van Gurs. In 1942 slaagt hij erin te vluchten en keert hij terug naar Brussel, waar hij gedurende een twintigtal maanden ondergedoken leeft. In juni 1944 wordt hij gearresteerd door de nazi’s, die hem tot aan de Bevrijding opsluiten in Mechelen.

Na de Tweede Wereldoorlog stapt Kurt Lewy af van de figuratieve thema’s die hem tot dan toe hebben geleid in zijn werk, dat in het begin werd beïnvloed door het Duitse expressionisme. Als figuratief schilder krijgt hij belangstelling voor de abstractie, die hij tot aan zijn dood zal blijven verkennen. Zijn geometrische zoektocht wil “het overbodige, het vluchtige, het chaotische uitschakelen” en bevrijdt hem van de angsten waarin de nachtmerrie van de oorlog en ook zijn isolement als emigrant hem hadden gestort.

De tentoonstelling

Deze tentoonstelling berust op de collecties van het Joods Museum van België, maar ook op werken van de Antwerpse galerie Callewaert Vanlangendonck en verschillende privécollecties. Zij richt de schijnwerpers op een niet te missen maar vandaag in vergetelheid geraakte figuur van de Belgische naoorlogse schilderkunst. Ze openbaart een oeuvre dat, als boeiende neerslag van de evolutie van de geschiedenis van de twintigste-eeuwse kunst, een weg laat zien die uitgaat van het figuratieve en uitkomt bij het abstracte.

Deze tentoonstelling wordt georganiseerd in partnerschap met galerie Callewaert-Vanlangendonck. Kom ze ontdekken van 11 september 2020 tot 18 april 2021 in het Joods Museum van België.

Tentoonstellingscatalogus

Het Joods Museum van België, in samenwerking met de Antwerpse galerie Callewaert-Vanlangendonck, presenteert met veel genoegen de eerste catalogus sinds 1980 over de kunstenaar Kurt Lewy. Deze catalogus is te koop aan de balie van het museum en is een waardevolle aanvulling van uw bezoek aan de tentoonstelling Kurt Lewy. Towards Abstraction.

Voor meer informatie > info@mjb-jmb.org